De Eerste Kamer heeft minister Blok in december 2013 met klem verzocht de verhuurdersheffing aan te passen als die ernstige effecten zou hebben. Uit de evaluatie blijkt dat negatieve effecten zijn opgetreden en op termijn nog duidelijker zullen worden: hogere huren, minder nieuwbouw en meer verkoop van sociale huurwoningen. En dat de heffing als gevolg van huurverhogingen in feite vooral betaald wordt door huurders met lagere inkomens.
Minister Blok koppelt de evaluatie van de verhuurdersheffing aan de zogenoemde indicatieve bestedingsruimte van woningcorporaties, een graadmeter van de maximale financiële reserves. Hij concludeert dat corporaties meer kunnen investeren dan hun prognose laat zien, zonder dat de financiële continuïteit in gevaar komt.
Corporaties hebben de heffing financieel overleefd. Daar is echter wel een hoge prijs voor betaald, aldus Aedes, VNG en Woonbond. “Om de heffing te kunnen betalen zijn ze gedwongen de huren te verhogen; in de periode 2009-2015 maar liefst met 100 euro per maand. Daarnaast is de betaalbare voorraad van corporatiewoningen met 262.000 afgenomen, onder andere door verkoop en minder nieuwbouw. Daardoor kunnen steeds meer huurders hun huur niet meer betalen en nemen de wachtlijsten toe.” Aedes, VNG, Woonbond, G4 en G32 gaan gezamenlijk de betaalbaarheid van het wonen monitoren.
Corporaties zeggen minder te kunnen investeren in onderhoud, waardoor huizen verouderen en de levensduur afneemt. Door de verbeterde financiële positie kunnen corporaties in 2016 hun huren matigen en hun investeringsprogramma’s opschalen. De schadelijke gevolgen van de verhuurdersheffing zijn echter bij lange na niet opgelost, menen de drie organisaties. Bovendien staan gemeenten, huurders en corporaties voor grote maatschappelijke opgaven: voldoende betaalbare en energiezuinige huurwoningen, huizen voor urgente doelgroepen en nieuwe woonvormen voor ouderen. Investeringen van corporaties en verbetering van de betaalbaarheid zijn daarom van groot belang de komende jaren. De verhuurdersheffing blijft daarbij een groot obstakel dat de minister kan wegnemen. 1,7 miljard aan heffing betekent jaarlijks (structureel) meer dan 60 miljard verlies aan investeringskracht.
Zowel de evaluatie van de minister als het onderzoek van COELO laat zien dat vooral huurders met lagere inkomens de prijs betalen van de verhuurderheffing. Aedes, VNG en Woonbond maken zich grote zorgen over mensen met lage inkomens die hun huur niet meer kunnen betalen. Maar ook over mensen die geen woning kunnen vinden.
‘Blok negeert schadelijke gevolgen van de verhuurdersheffing’
Gepubliceerd op:
22 Juni 2016