Naast de betrokken partijen uit het LAS (landelijk actieplan studentenhuisvesting) zijn ook andere woningcorporaties en private partijen actief in studentenhuisvesting. Deze andere partijen realiseren nog eens bijna 22.000 studentenwoningen. In totaal komen er tot 2016 ongeveer 49.000 studentenwoningen in Nederland bij. Dit is goed nieuws voor de studenten die op zoek zijn naar huisvesting. Toch blijft er sprake van grote regionale verschillen. In Utrecht en Amsterdam blijft de spanning tussen vraag en aanbod het grootst.
Het Rijk heeft de afgelopen jaren een aantal wetten en regels voor studentenwoningen versoepeld. Zo is de minimale oppervlakte voor nieuwe studentenwoningen per 1 juli 2015 van 18 naar 15 m2 gegaan en is de verplichting voor een eigen balkon of fietsenhok geschrapt. Campuscontracten worden uitgebreid voor promovendi. Ook zijn de administratieve lasten voor verhuurders aangepakt; verhuurders hoeven niet langer het inkomen van studenten te toetsen, een bewijs van inschrijving aan een onderwijsinstelling volstaat.
Alle partijen zijn van mening dat een nieuw actieplan over het aantal te bouwen studentenwoningen niet nodig is. Wel komen de partijen in het najaar met een toekomstagenda studentenhuisvesting. Hierin worden thema's opgenomen zoals het verbeteren van het monitoren van studentenhuisvesting, huisvesting van internationale studenten en de verhouding tussen betaalbaarheid, beschikbaarheid en kwaliteit van studentenwoningen.