“Gemeenten en corporaties zijn onder de landelijke regels heel goed in staat om samen afspraken te maken over het toekennen van woningen aan urgenten, waaronder statushouders”, zegt Jop Fackeldey, voorzitter van de fysieke pijler van de G32 en wethouder Wonen in Lelystad. “In goed overleg worden daarover afspraken gemaakt. Als je die besluitvorming op lokaal niveau legt, kan er in gemeente x een heel ander beleid gevoerd gaan worden dat in gemeente y. Dat is onwenselijk, voor zowel de statushouders als voor de reguliere woningzoekenden. De minister maakt met dit voorstel een politieke schijnbeweging; het biedt geen oplossing voor het probleem. Integendeel, er wordt 400 keer over gesproken in plaats van een keer. Een ook het maken van een regionale huisvestingsverordening wordt er niet makkelijker op. We hopen dat de Raad van State, aan wie de minister het voorstel nu heeft voorgelegd, dit bij haar afweging zal betrekken.”
Bovendien ontslaat het schrappen van de automatische voorrang uit de huisvestingwet gemeenten niet van hun taakstelling voor het huisvesten van vergunninghouders. Fackeldey: “Elke gemeente heeft voor het eerste halfjaar van 2016 een vaste taakstelling en de prognoses voor de tweede helft van dit jaar zijn inmiddels ook al afgegeven. Aan die taakstelling zullen we moeten voldoen. Dus, ook als de minister de invulling daarvan op lokaal niveau legt, moeten gemeenten ervoor zorgen dat de aan hen toegewezen statushouders gehuisvest worden.”
G32 ongelukkig met wijziging huisvestingswet
Gepubliceerd op:
3 Februari 2016