In 2013, direct na de invoering van het inkomensafhankelijk huurbeleid, stegen de huren nog met 4,7 procent. Sindsdien stegen de huren elk jaar minder hard. De belangrijkste oorzaak voor de lagere stijging is de lagere inflatie, deze kwam in 2015 uit op 0,6 procent. Daarnaast kregen huurders steeds minder vaak de maximale huurstijging opgelegd. Sinds de invoering van het inkomensafhankelijk huurbeleid in 2013 is de maximale huurverhoging gelijk aan de inflatie van het voorgaande jaar plus een inkomensafhankelijke opslag. Door de lagere inflatie in 2015 is de maximale huurverhoging dit jaar 0,4 procentpunt lager dan vorig jaar.
Verhuurders verhoogden bovendien de huur steeds minder vaak met het maximum. In 2016 kreeg 19 procent van de huurders de voor hen geldende maximale huurverhoging opgelegd, in 2013 was dit 66 procent. Huurders met een hoog inkomen kregen in 2016 het vaakst te maken met de maximale huurverhoging. Dit trof deze groep in bijna een kwart van de gevallen. Bij de lage inkomens was dit 19 procent, terwijl in 2013 nog vier keer zoveel huurders met een laag inkomen de maximale huurstijging kreeg opgelegd: 77 procent. Vooral bij sociale huurwoningen werd ten opzichte van voorgaande jaren minder vaak de maximale huurverhoging gehanteerd. De sociale verhuurders legden huishoudens in ruim een kwart van de gevallen een huurverhoging op die gelijk is aan de inflatie van vorig jaar.
In 2016 daalde de huur in 4 procent van de gevallen, dat is een stuk vaker dan in voorgaande jaren. Dit komt onder meer door de aanpassing van het huurpuntensysteem in oktober 2015. Dit heeft in sommige gevallen geleid tot een lagere maximale huur. Maar het komt ook voor dat de huur daalt na bewonerswisseling. Bij sociale huurwoningen kan dit bijvoorbeeld gebeuren als een huurder met een hoog inkomen vertrekt en een huurder met een lager inkomen de woning betrekt.
De huren bij bewonerswisseling stegen dit jaar weer minder hard dan de voorgaande jaren. De gemiddelde huurverhoging bij wisseling van huurders was dit jaar 8,6 procent. Verhuurders zijn namelijk niet gebonden aan de maximale huurverhoging als een nieuwe huurder in de woning trekt. Voor huurders die niet verhuizen viel de gemiddelde huurverhoging lager uit: 1,4 procent. De gemiddelde huurstijging kwam uit op 1,9 procent.
Amsterdam heeft al jaren de hoogste huurstijging in Nederland, dit jaar 2,9 procent. Hierdoor is ook de huurstijging in Noord-Holland hoog ten opzichte van de rest van Nederland. De huren in Amsterdam stijgen dit jaar vooral sterk als een nieuwe huurder in de woning trekt. Drenthe heeft net als vorig jaar de laagste huurstijging: 1,2 procent.
Bewoners van duurdere woningen in de geliberaliseerde markt zagen de huur met gemiddeld 2,2 procent stijgen. Ook hier is Amsterdam dit jaar koploper met een huurstijging van 3,6 procent. Vorig jaar stegen in Nederland de huren in de vrije sector nog met gemiddeld 1,8 procent. De toename komt vooral door hogere huren bij bewonerswisseling. Voor het eerst sinds de invoering van het inkomensafhankelijk huurbeleid stegen de huren in de vrije sector ook harder dan de huren in de sociale sector.
Huren de vrije sector stijgen harder dan huren de sociale sector
Gepubliceerd op:
12 September 2016
De woninghuren lagen in juli 2016 gemiddeld 1,9 procent hoger dan in juli 2015. Dit is de laagste huurstijging in vijf jaar. In Amsterdam namen de huren net als voorgaande jaren het sterkst toe met 2,9 procent. Voor het eerst sinds 2012 stegen de huren in de vrije sector harder dan de huren in de sociale sector. Dat meldt CBS.
Meer nieuws
Het laatste nieuws op gebied van woningcorporaties: