Schoonmakers voelen zich meer betrokken bij project

Gepubliceerd op: 7 November 2016

Je denkt er niet zo snel bij na als je de hal of een trappenhuis van een appartementencomplex binnen stapt: alles is schoon en dat is een normaal verwachtingspatroon. Schoonmaakbedrijf ICS en Woonbedrijf, woningcorporatie in Eindhoven, hebben het schoonmaken van trappenhuizen en openbare ruimten in wooncomplexen sinds kort een andere dimensie gegeven: van inspanningsgericht schoonmaken naar resultaatgericht schoonmaken.

ICS en Woonbedrijf kennen al een jarenlange samenwerking, die al zo’n jaar of dertig teruggaat naar de samenwerking tussen de voorgangers van ICS en Woonbedrijf. “Wij zijn dus twee partijen die al een lange geschiedenis hebben”, zegt Maartje Vermeer, inkoper bij Woonbedrijf. “Onze eerste opdracht was het schoonmaken van de trappenhallen”, zegt Stefano de Palma van ICS. “Later zijn daar de toenmalige kantoren bijgekomen.”

De rol van ICS concentreert zich voornamelijk op de zogenaamde gestapelde bouw, appartementencomplexen dus. “Woonbedrijf heeft zo’n 200 wooncomplexen met huurappartementen in Eindhoven en regio. Ik denk dat ICS daar bijna de helft van voor z’n rekening neemt”, zegt Vermeer. “Het gaat dan om de openbare ruimten: entreehallen, trappenhuizen, fietsenbergingen en galerijen.” De Palma: ”Wij doen de schoonmaak daar met zo’n 20 medewerkers, allemaal fulltimers in dienst van ICS.”

OMSLAG
Woonbedrijf en ICS hebben recent de omslag gemaakt van inspanningsgericht schoonmaken naar resultaatgericht schoonmaken. Maartje Vermeer: “Wat wij gedaan hebben is het werkprogramma, zoals dat in het contract omschreven staat, losgelaten. Contractueel moest een aantal dingen gebeuren en die werden routinematig door de schoonmakers van ICS afgewerkt. Kort gezegd: je begint beneden en je eindigt boven en je maakt alles schoon. En dat doe je in een vooraf vastgelegd tijdschema: een keer per week of vier keer per jaar. Wij wilden echter van de discussie af over zaken die wel of niet in het contract staan. Nu is bepaald wat er schoon moet zijn en dat kunnen schoonmakers zelf beoordelen. Je kunt hen er dan ook op aanspreken als het niet goed schoon is.”
De Palma: “Dat is een andere manier van werken. Wat wij nu doen is de schoonmakers méér verantwoordelijkheid geven en hen zelf laten kijken wat er in een bepaald project wel of niet schoongemaakt moet worden. Iets dat schoon is hoef je niet opnieuw schoon te maken. Je beoordeelt zelf wat er moet gebeuren. Dat blijkt ook veel efficiënter te zijn!”

VERANDERING
Voor de schoonmakers van ICS was deze nieuwe manier van werken een omschakeling. De Palma: “Natuurlijk, want ze zijn gewend aan een bepaalde werkwijze. Wij hebben hen daarin opnieuw opgeleid. Ze moeten nu meer gaan nadenken en niet meer alles op de automatische piloot doen. Ze komen binnen en gaan zelf beoordelen wat ze moeten doen. Maak schoon wat vuil is en laat schoon wat schoon is! Eigenlijk moeten zij een object als een trappenhuis in een appartementencomplex gaan zien door de ogen van de bewoners. Hoe zou je als bewoner het complex schoon willen zien. Dát is de juiste manier van werken. En je kunt de mensen er ook op aanspreken, als iets níet goed is schoongemaakt.”

MATERIAAL
Niet alleen de werkwijze is aangepast, ook het materiaal groeit met de tijd mee. “Van ouderwetse schoonmaakmaterialen zijn wij overgegaan op microvezel-technieken. Ook gebruiken wij een i-Mop, een ultra moderne schrob-zuigmachine, die je simpel kunt optillen en overal heen kunt meenemen. Die werkt een stuk gemakkelijker dan de ouderwetse dweil en mop.”
De omschakeling zorgde aanvankelijk voor wat weerstand bij de ICS-medewerkers. “Ze waren niet gewend om altijd álles schoon te maken”, zegt De Palma. “Maar nu merk ik een super motivatie bij de medewerkers van ICS. Want ze mogen zelf bepalen wat ze wel en niet gaan schoonmaken. Als alles maar schoon is! Ik denk dat het hun werk wel interessanter maakt.”
Maartje Vermeer: “Ze voelen zich meer verantwoordelijk, meer betrokken. Wij merken dat dat een positief effect op het schoonmaakresultaat heeft. Ze willen het graag goed doen, ze hebben nu zelf meer invloed op het schoonmaken en willen bevestigd zien dat ze de goede keuze maken. En ze willen natuurlijk ook graag dat schouderklopje ontvangen.”

INTERACTIE
De schoonmakers van ICS hebben nu niet alleen invloed op hun werkzaamheden, maar er is ook een interactie tussen bewoners en schoonmakers. “Heel veel
zelfs”, zegt Vermeer. “Dat is ook wel logisch. Bewoners waarderen het als de openbare ruimten van hun complex er schoon en opgeruimd uitzien. Maar ook dat vlugge praatje met de schoonmaker of het feit dat hij of zij even de deur voor je open houdt. Dat schept toch een band.” De Palma: “Daarom vinden wij het belangrijk dat er vaste mensen op vaste plekken werken. Dan ontstaat er een vertrouwd gezicht.”

PARTNER
Wat maakt ICS nu een goede en betrouwbare partner voor het Woonbedrijf? Maartje Vermeer: “Om te beginnen het feit dat wij als partners al een jarenlang verleden hebben. Wij kennen elkaar goed en kunnen dus op een ander niveau met elkaar meedenken. Er wordt wel eens geringschattend over gesproken, over schoonmaken. Maar we vinden het allemaal wel heel fijn als het gebeurt.” Deze manier van werken heeft inmiddels ook een ander effect. Maartje Vermeer: “Geen nieuws is goed nieuws! Het aantal opmerkingen over de schoonmaak is minimaal. Ook dat speelt een rol, maar klachten zijn er nauwelijks. Voorheen hoorde ik meer signalen van dingen die niet liepen, zoals ze moeten lopen. Dat is aanmerkelijk minder geworden. Ik denk dat iedereen z’n draai nu goed heeft gevonden. In mijn beleving is het wel degelijk verbeterd!”

KENNISSESSIE
Woonbedrijf nam haar schoonmaakproces onder de loep en stapte over op resultaatgericht schoonmaken. Meer weten over de aanleiding en resultaten? In een interactieve kennissessie op dinsdag 22 november nemen we samen met Woonbedrijf, Seiso Facilitair Advies en NIC Best Deal deze businesscase onder de loep. Meld u gratis aan via: https://icsgroep.nl/nl/nieuws/Kennissessie-Woningcorporaties.

› Terug naar vorige pagina