Technisch is de huidige moderne cv-ketel uitontwikkeld en het onderhoud verandert al jarenlang nauwelijks. Wél neemt de onderhoudsfrequentie af. Zo laten veel woningcorporaties een onderhoudsmonteur niet meer dan een keer per twee jaar naar de cv-installaties van hun woningbestand kijken. Dat is geen probleem, zolang die onderhoudsbeurt goed wordt uitgevoerd door een vakbekwame installatiemonteur. Uiteraard worden daarbij de luchttoevoerleiding en de rookgasafvoer niet vergeten. Onze specialisten geven uw cv-professionals graag onderstaande onderhoudstips mee.
- Vraag aan de gebruiker van de installatie of er nog storingen of problemen waren met de verwarming of het warm water.
- Controle het cv-toestel en de directe omgeving op lekkages van water en rookgas.
- Maak het sifon en de condensopvang tussen sifon en wisselaar schoon.
- Controleer of de gasaansluitleiding en het gasblok voldoende dicht zijn.
- Maak vervuilde onderdelen in de verbrandingskamer schoon.
- Vervang van geopende onderdelen de pakkingen.
- Check na demontage de gasluchtverhouding en stel die zo nodig met geopende mantel bij.
- Controleer of luchttoevoerleiding en rookgasafvoerleiding volgens de eisen zijn aangelegd. Is eventueel aanvullend beugelen noodzakelijk?
- Check of de mantel van het gesloten toestel ook daadwerkelijk volledig gesloten is.
- Voer na de onderhoudsbeurt een rookgasanalyse (met gesloten mantel, zowel in hoog- als in laaglast) uit.
Cruciaal bij koolmonoxidepreventie is een goed functionerende cv-installatie die regelmatig wordt onderhouden. Maar gaat het tóch een keer mis, dan is het goed om te kunnen rekenen op een koolmonoxidemelder die voldoet aan de kwaliteitsnorm EN 50291-1 én waarvan de ‘houdbaarheidsdatum’ niet is verstreken.
Essentieel daarbij is dat de melder op de juiste locatie in een ruimte is geïnstalleerd. Het beeld dat koolmonoxide zwaarder is dan lucht en dat detectors voor koolmonoxide dus laag geplaatst moeten worden bestaat nog altijd, ook onder installatie- en preventieprofessionals. Een misverstand. Bij gelijke temperatuur is koolmonoxide een fractie lichter dan lucht, maar vrijgekomen koolmonoxide stijgt samen met de warme verbrandingsgassen op. Daarom moeten koolmonoxidemelders in een ruimte met een potentiële koolmonoxidebron tegen het plafond worden gemonteerd, tussen één en drie meter van de bron. Voor overige ruimtes geldt installatie op ademhoogte, dus op zit-, loop- en slaaphoogte.
Meer informatie
Kiwa ondersteunt woningcorporaties met advies en voorlichten, ongevallenonderzoek en trainingen.
Kijk voor meer info op www.kiwatechnology.nl.