De totale woningvoorraad telde op 1 januari 2015 bijna 7,6 miljoen woningen. Het aantal koopwoningen was met bijna 29 duizend toegenomen en het aantal woningen in bezit van overige verhuurders nam met bijna 25 duizend toe ten opzichte van 1 januari 2014. Het corporatiebezit nam juist af. Dit komt vooral door een afname in nieuwbouw en door de verkoop van woningen aan overige partijen, zoals bedrijven, particulieren en institutionele beleggers.
Van de woningvoorraad is 56 procent een koopwoning, 30 procent is een huurwoning van een corporatie en 13 procent is in bezit van overige verhuurders. Van de grote steden heeft Rotterdam het hoogste percentage corporatiewoningen. Maar liefst 45 procent van de woningvoorraad is in het bezit van corporaties. Het aandeel koopwoningen ligt in de vier grote steden veel lager dan het landelijk gemiddelde van 56 procent. In Amsterdam bestaat slechts 29 procent van de woningvoorraad uit koopwoningen. Ook het aantal woningen van overige verhuurders laat een heel ander beeld zien dan het landelijk gemiddelde van 13 procent. In Amsterdam ligt dat percentage tweemaal zo hoog. Bij overige verhuurders gaat het onder andere om bedrijven, particulieren en institutionele beleggers.
Regionaal zijn er grote verschillen in het corporatiebezit. Van steden met een woningvoorraad van minimaal 50 duizend woningen ligt het aandeel corporatiewoningen over het algemeen boven het landelijk gemiddelde van 30 procent. Alleen Haarlemmermeer met 22 procent, Almere met 27 procent en Apeldoorn met 29 procent liggen onder het landelijk gemiddelde.
Minder woningen in handen van corporaties
Gepubliceerd op:
19 December 2016
Het aantal woningen in bezit van woningcorporaties is in 2014 afgenomen met ruim 9 duizend. Er waren in Nederland op 1 januari 2015 in totaal 2,3 miljoen corporatiewoningen. Dit blijkt uit onderzoek over het eigendom van de woningvoorraad in opdracht van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, uitgevoerd door CBS.
Meer nieuws
Het laatste nieuws op gebied van woningcorporaties: