Dat blijkt uit een analyse die woningcorporatie Ymere maakte naar aanleiding van het in maart geïntroduceerde Woonticket Middeninkomens. Met het Woonticket krijgen middeninkomens een voorrangspositie op een voor hen betaalbare woning. De analyse bracht aan het licht bij welke groepen zelfs deze bemiddeling niets oplevert. Het zijn gezinnen die te veel verdienen voor sociale huur, maar te weinig voor kopen of huren in de vrije sector. Bij het toekennen van sociale huurwoningen, telt men alle inkomens binnen een huishouden bij elkaar op, maar verhuurders in de vrije sector en hypotheekverstrekkers rekenen het tweede inkomen slechts gedeeltelijk mee.
Volgens Ymere is de 10 procent ruimte die corporaties hebben om sociale huurwoningen toch aan middeninkomens toe te delen, te klein om deze huishoudens te huisvesten. Ze geven namelijk voorrang aan de medisch urgenten en de stadsvernieuwingsurgenten. Van de urgent woningzoekenden die zich het afgelopen half jaar bij Woonticket inschreven, kon Ymere er 163 om deze redenen niet bemiddelen. In een half jaar heeft de corporatie slechts 75 sociale huurwoningen onder middeninkomens te verdelen. De urgente vraag is dus tweemaal groter dan het aanbod van Ymere. Ymere stelt voor om voor gezinnen met kinderen het gezinsinkomen op dezelfde manier te definiëren als de markt en het NIBUD dat doen: het hoogste inkomen binnen het gezin plus een derde van het tweede inkomen binnen het gezin.