Dit heeft de ministerraad vrijdag  besloten op voorstel van minister Donner (Binnenlandse Zaken). Tot nu toe mocht de huur elk  jaar stijgen met de inflatie, dit jaar 1,3 procent.
 
De 5 procent extra huurverhoging komt boven op de inflatiecorrectie en gaat zowel voor nieuwe als zittende huurders gelden zodra hun gezinsinkomen de 43 duizend euro-grens passeert.

Doel is het 'scheefhuren' aan te pakken. Nu verlaten mensen met hoge inkomens hun huurhuizen vaak niet, omdat huren voordelig is. Met deze maatregel zullen zulke huurders sneller overstappen naar een duurdere huur- of koopwoning, zo hoopt het kabinet. Dat moet ertoe leiden dat de wachttijden voor een goedkope huurwoning afnemen.

Het voorstel voor de huurverhoging stond in het regeerakkoord. Het bleek lastig de maatregel in te voeren. Wie moet de inkomens van de huurders jaarlijks checken en hoe?, was de vraag van de woningcorporaties. De sociale verhuurders moeten de verhoging opleggen, maar hebben geen zicht op het inkomen van hun huurders.

Rompslomp
De informatie moet komen van de Belastingdienst, aldus Donner. Corporaties mogen vragen of de huurders op een woonadres samen meer of minder verdienen dan 43 duizend euro. Als het hoger is, mag de huur harder stijgen dan de inflatie.

Aedes, de vereniging van woningcorporaties, is nooit echt enthousiast geweest. De principiële kant is dat veel corporaties het niet hun taak vinden om inkomenspolitiek te bedrijven. En praktisch krijgen ze er veel administratieve rompslomp bij. 

Aedes heeft eerder al samen met huurdersvereniging Woonbond bij het kabinet aangedrongen op een huurverhoging van 1 procent boven op de inflatie voor alle huurders. Het is de verwachting dat veel corporaties wel van hun nieuwe recht gebruik zullen maken.
 
Woningnood
De extra huurverhoging van 5 procent is alleen van toepassing op huizen met een huur van minder dan 652,52 euro per maand. Die bevinden zich onder de zogeheten liberalisatiegrens. Boven die grens hebben verhuurders nu al meer vrijheid om de huur van huizen te verhogen.

Er blijft wel een maximum bestaan voor de huren die de liberalisatiegrens niet overstijgen. Dat wordt vastgesteld aan de hand van allerlei kenmerken van de woning. Op basis daarvan krijgt de woning een aantal punten.

Het kabinet heeft besloten dat huizen die in de tien gebieden staan waar de woningnood hoog is, 25 extra punten krijgen. Dat puntenaantal staat gelijk aan 120 euro huur per maand extra en geldt alleen voor nieuwe huurders. De gebieden liggen in Midden- en Oost-Brabant, Gelderland, Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland.

Bron: Volkskrant