Feiten
Een stichting verhuurt in een flatgebouw een aantal woningen. Het gebouw wordt gerenoveerd en na afronding van de renovatie worden alle huurders uitgenodigd voor de oplevering van de woning en in ontvangst name van de sleutels. Eén van de huurders komt hiervoor niet opdagen.
Een aantal dagen later is een medewerker van de stichting aanwezig in het flatgebouw voor werkzaamheden als er hard op de deur wordt gebonsd. Het is de huurder die niet is verschenen voor het ophalen van de sleutels. Hij eist, onder dreiging met het intrappen van de deur, dat hij wordt binnengelaten omdat hij zijn sleutel wil hebben. Als de medewerker van de stichting dit weigert dringt hij naar binnen waarbij hij de medewerker bij zijn nek grijpt. Deze houdt hier onder meer een wond in zijn gezicht en bloeduitstortingen in zijn nek aan over.
Na dit incident deelt de stichting aan de huurder mee dat zij een ontruimingsprocedure jegens hem zal starten. Dit schiet bij de huurder helemaal in het verkeerde keelgat. Hij informeert in de flat bij verschillende mensen of zij weten waar de medewerker van de stichting woont en roept dat hij de flat in brand zal steken als het tot huisuitzetting komt.
Oordeel Hof1
Het Hof beoordeelt het geweldsincident als zo ernstig, dat het er geen twijfel over heeft dat in een bodemzaak de ontbinding van de huurovereenkomst zal worden uitgesproken. De belangrijkste overweging van het Hof luidt als volgt: “Een verhuurder moet erop kunnen rekenen dat huurders haar personeel geen geweld aandoen en niet bedreigen. Zonder voldoende veiligheid voor haar medewerkers kan de verhuurder haar werk niet doen, wat niet alleen de interne organisatie van de verhuurder raakt, maar ook de dienstverlening aan de huurders van de verhuurder.”
Daarna volgt een belangenafweging. De rechters geven te kennen dat zij zich realiseren dat ontruiming voor de huurder een zeer ingrijpende maatregel is. Het is bijvoorbeeld onzeker hoe snel de huurder weer een nieuwe woonruimte zal vinden, terwijl de ontruiming ook financieel nadelige gevolgen voor de huurder kan hebben.
Het Hof vindt echter dat al deze negatieve gevolgen van de ontruimingen niet opwegen tegen de ernst van het door de huurder gepleegde incident. Het beveelt daarop dat de huurder binnen veertien dagen zijn gehuurde woning moet ontruimen en verlaten.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jeroen Brinkman. Hij is bereikbaar op 024 381 14 39 of per e-mail j.brinkman@pvdb.nl
_______________________________________________________________________________________
1Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 24 juni 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:5032
Veiligheid medewerkers woningstichting staat voorop!
Gepubliceerd op:
29 Juli 2014
Verhuurder, een woningstichting, vordert in kort geding ontruiming nadat een huurder geweld heeft gebruikt tegen een van haar medewerkers. In eerste instantie wijst de voorzieningenrechter de vordering af. Het Hof vernietigt het vonnis van de voorzieningenrechter en wijst de vordering toe: de huurder moet zijn woning ontruimen en verlaten.
Meer nieuws
Het laatste nieuws op gebied van woningcorporaties: