De zestig interviews zijn bij mensen thuis gehouden en bieden inzicht in de woonsituatie van mensen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuigelijke beperking. Vooral het gebrek aan keuzevrijheid over de eigen woonsituatie valt op. Een belangrijke reden voor het ontbreken van keuzevrijheid is volgens de organisaties het gebrek aan geschikte woonruimte. Daarom voelen mensen druk om een woning, wanneer deze beschikbaar komt, te accepteren. Ook als de woning bijvoorbeeld ver van mantelzorgers en familie gelegen is.
Verhuizen is lastig voor een deel van deze groep omdat de noodzakelijke woningaanpassingen niet opnieuw worden vergoed. Voor mensen met een psychische aandoening geldt juist weer dat ze vaak verhuizen, bijvoorbeeld omdat ze hun huis kwijtgeraakt zijn na opname in een instelling. Verder kunnen mensen vaak niet zelf beslissen of ze alleen willen wonen of juist in een groep. In het laatste geval is ook over de samenstelling van de groep geen inspraak.
Meerdere geïnterviewden vertelden dat een verhuizing naar een betere, door henzelf gewenste woonsituatie, ertoe leidde dat ze minder (gezondheids)problemen ondervonden en aanzienlijk beter gingen functioneren. De patiëntenorganisaties pleiten voor het stimuleren van de bouw van toegankelijke woningen, bijvoorbeeld door het lage BTW-tarief te laten gelden voor de bouw en verbouw van geschikte woningen. Daarnaast willen de organisaties steun voor groepen burgers die zelf een wooninitiatief opzetten en moeten mensen in een instelling zelf kunnen bepalen met wie ze wonen. Bij mensen die zelfstandig blijven wonen moet ondersteuning worden gewaarborgd.
Weinig geschikte woonruimte voor mensen met beperking
Gepubliceerd op:
29 Juli 2014
Mensen met een beperking kunnen lang niet altijd zelf bepalen waar en hoe ze willen wonen. Dat blijkt uit zestig diepte-interviews die zijn gehouden door patiëntenorganisaties Ieder(in), Landelijk Platform GGZ en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF).
Meer nieuws
Het laatste nieuws op gebied van woningcorporaties: